Janolus cristatus (Delle Chiaje, 1841) Blauwtipje
Kenmerken | Bijna niet te verwarren met een andere soort, graat aantal cerata met wit/blauwe uiteinden. |
---|---|
Kleur | semitransparant lichaam, cerata met witte tot lichtblauwe top. Door de cerata is het darmkanaal zichtbaar. |
Voorkomen | Oosterschelde, zeldzaam in de Grevelingen. |
Voedsel | Mosdiertjes. |
Voortplanting | Hermafrodiet. |
Grootte | Lengte tot 5 cm. |
Het blauwtipje is vanaf de lente tot begin winter te vinden op hard substraat of de voedselbron.
De eisnoeren lijken op een kralenkrans en worden rommelig neergelegd, vaak in mosdier kolonies.